Murakami en ik

Een van mijn lievelingsschrijvers, Haruki Murakami, heeft net een nieuwe roman gepubliceerd. Uit de NRC:

“Murakami, die de afgelopen jaren veelvuldig genoemd wordt als potentiële winnaar van de Nobelprijs, heeft gezegd dat een groot deel van de roman zonder voorbedacht plan op het papier is terecht gekomen.

“Op een dag had ik gewoon zin om te schrijven en heb ik de eerste zinnen van een verhaal op papier gezet. Ik ben daarna een half jaar aan het verhaal blijven schrijven zonder dat ik een idee had wat er in zou voorvallen, welke mensen er in voor zouden komen en hoe lang het verhaal zou worden.”

Ik weet niet of dit nu goed of slecht nieuws is voor mijn huidige schrijfstrategie. Aan mijn methode ligt het dus niet, kan ik denken. Of: alleen grootmeesters kunnen zo intuïtief te werk gaan en dan toch iets prachtigs afleveren. Tussen hoop en vrees typ ik traag verder. De griepepidemie, gezinsbreed helaas, is nu gelukkig ten einde. Van mijn lieftallige echtgenoot heb ik drie weken uitstel gekregen voor mijn manuscript. Twee weken blessuretijd, en 1 week hadden we al een vakantie gepland. En het is kennelijk niet de bedoeling dat ik die schrijvend doorbreng. 

Woordenaantal: 48.000 

Nog te gaan: 27.000

Nieuwe deadline: 21 mei.

Trouwens, alle Klaziena-uut-Zalk-achtige tips om de weerstand te verhogen zijn van harte welkom! Kom maar door met die schimmige zeewierpreparaten, oorkaarsen en Tibetaanse neusreinigtechnieken.

Ai…

Sinds vorige week dinsdag ben ik ziek. Koorts, keelpijn, hoesten, een ouderwetse griep dus. En helaas, daar was mijn deadline niet tegen bestand.. Op 1 april moest ik aan de 50.000 woorden zitten, ik zit nu op: 44.100. En het is al de 4e vandaag. Ik voel me nog steeds niet fit, maar wel een stuk beter, en ga maar gewoon stoïcijns verder typen vandaag.