In de media

Laatst was ik op de radio, om over poëzie en wetenschap te praten bij Amsterdam FM, in het programma Swammerdam. Ook te gast was promovenda Lisanne Snelders, die over Leo Vroman vertelde. Hier te luisteren.

De eerste recensie van de bundel is ook te beluisteren, en na te lezen. Ricco van Nierop schreef en las hem voor respectievelijk de Recensent en het radioprogramma Woordenrijk op Den Haag FM.

Voorproefje nr. 1

Dubbelblind 

ik
weet niet wat ik doe en jij 
weet niet wat ik doe
zwarte doos om later open te breken
lezers met koevoet kunnen zich melden bij de balie

ik was je met mijn tong
weet niet waar jij begint en ik eindig
hou pas op als dit dier gaat slapen
we gaan nergens heen
en snel ook

‘Ik heb er een hekel aan als de vierde wand van het gedicht doorbroken wordt,’ zei ik tegen de schrijver van dit gedicht. als ik rechtstreeks aangesproken word of in een gedicht over ‘dit gedicht’ lees, voelt het alsof ik op heterdaad betrapt word bij winkeldiefstal. Alsof ik met mijn zakken vol goedkope lippenstiften de Hema uitloop en er opeens een hand op mijn schouder drukt. ‘oh, dat heb ik nou helemaal niet’ antwoordde ze. ‘en, vergelijk je mijn teksten nou met goedkope lippenstiften?’

beter het niet te weten, mompel ik 
ik wil mezelf vergeten
‘gatver, je rijmt’

 

[uit mijn nieuwe bundel Het moeten eenhoorns zijn]

Nieuwe bundel in aantocht

In het voorjaar van 2014 gaat mijn tweede bundel Het moeten eenhoorns zijn verschijnen bij uitgeverij AtlasContact. Ten eerste: HOERA! Ten tweede hier op mijn blog de komende tijd misschien wel enige actie, wie zal het zeggen. Bij deze vast een prematuur geboortekaartje, ook wel bekend als ‘aanbiedingstekst’.

 

Een vrouw en een man draaien rondjes om de zon, er vindt een anti-huwelijk plaats en iemand bevriest van verlangen. Een engel gaat er op vakantie, een meisje verandert in een adaptor en een draak wiekt boven een woonwijk, zijn klauwen al uit. Welkom in de bundel Het moeten eenhoorns zijn*, waar goede bedoelingen en nobele idealen telkens weer  botsen op de absurde chaos van het leven.

Floor Buschenhenke schrijft poëzie en proza. Ze is ook tekstschrijver en schrijfcoach. In 2009 verscheen haar poëziedebuut Eiland op sterk water, waarin haar eigenzinnige kijk op de wereld vorm kreeg. Het moeten eenhoorns zijn is wilder en zelfverzekerder. Dit zijn gedichten waarin je met een gerust hart kunt verdwalen.

 *Disclaimer: Bij het schrijven van deze bundel raakten geen eenhoorns gewond.

Einde Slow-mo Nanowrimo

Eind mei ben ik gestopt met mijn Slow-mo Nanowrimo. Mijn doel, 75.000 woorden, heb ik niet gehaald. Wel heb ik een manuscript geproduceerd met een begin, een midden en een einde, van bijna 60.000 woorden, dat ik anders pas na mijn pensionering had geschreven. Dit manuscript heb ik even laten liggen en toen gelezen. En mensen; het viel best mee. Het biedt me in ieder geval genoeg materiaal om een tweede versie te gaan maken. Want loslaten kan ik het project niet, ik wil er juist graag mee verder. Eerst het plot verbeteren, en dan verzin ik een nieuw schemaatje met deadlines op woordenaantallen. Want die deadlines; ik haal ze lang niet altijd, maar toch krikken ze mijn productie aanzienlijk op. 

Lichaampjes

“ De toestand van de aangetroffen lichamen maakt het onderzoek en definitieve identificatie er niet gemakkelijker op, aldus de politie. Mogelijk hebben de kinderlichamen twee weken in het water van de sloot gelegen. “ nu.nl, 19-05

(bron: http://www.nu.nl/binnenland/3478402/lichamen-bij-cothen-van-vermiste-broertjes.html )

 

Ondertussen heeft T van mij een dino-ei gekregen dat al een week in een vaas met water ligt. Overdag op de eettafel, ‘s nachts wil hij het ei op het kastje in zijn slaapkamer zodat hij ‘s ochtends meteen kan kijken. De instructies waren om het ei voortdurend helemaal onder water te laten. Binnen 24-48 uur zou het ei moeten barsten. Niets uit het water halen. Nog twee a drie dagen later zou het ei open moeten gaan. Dan de dino nog 5 a 8 dagen in het water laten liggen tot hij op zijn maximale grootte is aanbeland. Hele precieze aanwijzingen dus. Vanochtend hebben we het ei een handje geholpen met opengaan, de kop van de dino stak er al uit en groeide. Nog een dagje, dan mag de dino eruit en is het project klaar.

 

Ik heb T niets verteld over de broertjes die door hun vader zijn vermoord. Ik hoop dat in zijn wereldbeeld dit soort dingen (nog) niet kunnen gebeuren. Hij zei vanochtend heel lief: ‘Toe maar dinootje, groei maar uit je ei.’ Maar ik kijk naar die dino met zijn zwellende lijf en denk aan spanbanden, een teruggevonden camouflageshirt dat misschien nog ergens omheen zat, en ik hoop dat de broertjes het niet geweten hebben, dat ze niet hebben beseft wat hun vader met ze van plan was. Dat hun laatste gedachte er eentje was over pannenkoeken, of doelpunten, of dino’s.

 

Het geheugen van een goudvis

Dat heb ik, voor mijn eigen teksten ten minste. Ik heb het hele kreng doorgelezen afgelopen week, om wat overzicht te krijgen, en kon me vooral de beeldspraken, formuleringen maar ook details van het plot niet meer herinneren. Raar, maar ook prettig om verrast te worden door de tekst. Goed, hoe staat het ervoor: de teller staat op 54.370 woorden. Dus nog ruim 20.000 woorden te gaan. In ehhhhhmmmm 1 week. De afgelopen maand heb ik nog geen 7000 woorden geschreven. Ik kruip steeds trager voort in dit project, trager dan mijn oorspronkelijke bedoeling was. Ik vrees dat dat komt omdat ik er iets leuks van wil maken. Iets spannends. Iets wat mensen zouden willen lezen. Naarmate mijn ambitie toenam, nam de typesnelheid af. Ondertussen heb ik wel een plot met een begin, een midden en ook al een eind beschreven, met een paar gaatjes ertussen die nog gedicht moeten worden. Over ‘gedichten’ gesproken (woei, bruggetje), daar ben ik ook mee bezig geweest deze weken. Ik ben mijn tweede poeziëmanuscript aan het bijschaven en op titeljacht gegaan. Ik voel me vrij lullig omdat ik precies in die valkuil stap waar ik van te voren met mijn cijfermatige, kwantiteit-boven-kwaliteit mentaliteit aan ontstijgen wilde. De macht van de deadline neemt af, de perfectionistische streber krijgt het steeds meer voor het zeggen. Ook wat dat betreft heb ik het geheugen van een goudvis.