Dubbelblind
ik
weet niet wat ik doe en jij
weet niet wat ik doe
zwarte doos om later open te breken
lezers met koevoet kunnen zich melden bij de balie
ik was je met mijn tong
weet niet waar jij begint en ik eindig
hou pas op als dit dier gaat slapen
we gaan nergens heen
en snel ook
‘Ik heb er een hekel aan als de vierde wand van het gedicht doorbroken wordt,’ zei ik tegen de schrijver van dit gedicht. als ik rechtstreeks aangesproken word of in een gedicht over ‘dit gedicht’ lees, voelt het alsof ik op heterdaad betrapt word bij winkeldiefstal. Alsof ik met mijn zakken vol goedkope lippenstiften de Hema uitloop en er opeens een hand op mijn schouder drukt. ‘oh, dat heb ik nou helemaal niet’ antwoordde ze. ‘en, vergelijk je mijn teksten nou met goedkope lippenstiften?’
beter het niet te weten, mompel ik
ik wil mezelf vergeten
‘gatver, je rijmt’
[uit mijn nieuwe bundel Het moeten eenhoorns zijn]